Bal du Faubourg
“U heeft echt Mistinguett aan het toestel. Ik maak geen grapje wanneer ik zeg dat ik u wil ontmoeten.”
“Leuk hè? Ik weet niet wie je bent, je imitatie is bijna goed, maar niet goed genoeg om me erin te laten lopen.”
uit ‘Aznavour door Aznavour’
Het is ’47. De jonge liedjesschrijver Charles Aznavour en zijn muzikale partner Pierre Roche zijn zo platzak dat ze zich amper een croissant kunnen veroorloven. Ze schrijven verwoed liedjes, maar behalve George Ulmer, die met het nummer ‘J’ai Bu’ succes oogst, haalt iedere chansonnier zijn of haar neus op voor de partituren van het duo. En met één verkocht hitje red je het niet in het naoorlogse Parijs…
Op een dag rinkelt de telefoon. Aznavour pakt hem op -Roche staat nét zijn tanden te poetsen- en krijgt iemand aan de lijn die zegt Mistinguett te zijn: de wereldberoemde actrice en chansonnière, die haar benen liet verzekeren voor 500.000 frank, liefdesaffaires had met een heel legioen prinsen en koningen en óók Maurice Chevalier in haar bed had weten te lokken. Aznavour geeft de hoorn honend aan zijn compagnon: ‘Een gek die me wil laten geloven dat ze Mistinguett is’. Maar het is haar wel degelijk. De volgende dag zitten de mannen aan de tafel bij de inmiddels bijna bejaarde artieste. Ze hebben slechts één chanson dat ze voor haar geschikt achten: ‘Le Bal Du Faubourg’. Mistinguett luistert aandachtig, maar geeft aan het nummer té mineur te vinden.
“Zoals het nu is, is uw chanson geschikt voor die chanteuse… Eh, hoe heet ze ook weer? Dat kleine, lelijke vrouwtje, met een stem die te groot is voor haar lichaam… Pifi…”
“Piaf?”
“Die is het! Piaf.”
Noch Mistinguett, noch Piaf neemt het nummer ooit op in haar repertoire, maar het opent zeker deuren voor het duo Roche & Aznavour. Kort na deze ontmoeting hoort Edith Piaf de twee in de Salle Washington optreden en is de eerste stap richting het sterrendom gezet. “Eens zul je al je liedjes kunnen terugnemen, die je voor andere vertolkers geschreven hebt. En het publiek, dat zich nooit vergist, zal ze opnieuw tot een succes maken,’ zal Piaf op haar sterfbed tegen Aznavour zeggen.
Bron: Gottmer, J.H. (1973) ‘Aznavour door Aznavour’, Haarlem: Samson-Sijthoff, p. 97 – 98.